Veel geld werd in 2013 door OMO bijgeschreven als resultaat van de bedrijfsvoering, zo blijkt uit de nieuwsbrief. Het is de vraag of de forse groei van de algemene reserves bij OMO passen bij de missie van onze vereniging.

Nadat in 2012 het eigen vermogen van OMO steeg van € 83,6 miljoen naar € 95,1 miljoen bij een omzet van € 499 miljoen is het eigen vermogen van OMO in 2013 verder gestegen door een onverwacht hoog financieel resultaat dat door OMO werd gerealiseerd in 2013. Naar verluidt heeft OMO € 25,1 miljoen bijgeschreven in 2013. In de genoemde nieuwsbrief wordt gesteld dat het hoge resultaat in 2013 ongewenst is en dat de komende jaren extra middelen ingezet kunnen worden voor onderwijs. In het voorwoord van de jaarrekening 2012 schrijft de raad van bestuur evenzo dat het resultaat in 2012 ongewenst hoog was. Uit gesprekken die ik voerde over het financiële resultaat van OMO in 2012 is bij mij het beeld ontstaan dat de positieve financiële resultaten het gevolg zijn van een zo late incidentele betaalbaarstelling van middelen dat aanwending van die middelen in het jaar waarin zij geboekt werden niet meer mogelijk bleek.

Het onderwijs behartigt een publiek belang en de inzet wordt bekostigd door de belastingbetaler. Vanuit die gedachte is het ongewenst dat semipublieke instellingen, zoals OMO, die de gelden voor het onderwijs doorsluizen een te groot eigen vermogen ontwikkelen. Het ligt daarom voor de hand dat de onverwacht hoge resultaten die ongewenst worden genoemd, leiden tot beleid waarmee het eigen vermogen van OMO daalt tot het niveau dat op 1 januari 2012 verantwoord werd genoemd en het wekt daarom verwondering dat door OMO werd geprognosticeerd dat in 2013 een resultaat geboekt zou worden van Euro 2,2 miljoen. Vanwege de ongewenste groei van de algemene reserves in 2012 zou immers verwacht worden dat die algemene reserves zouden slinken.

De groei van de algemene reserves van OMO ligt op de werkvloer gevoelig. Grote klassen, suboptimaal onderhoud van gebouwen, krappe budgetten voor de bekostiging van lessen en andere pijnlijke omstandigheden worden te pas en te onpas gelegitimeerd met een verwijzing naar de financiële omstandigheden. Mensen die voor de klas staan willen dat het geld dat bedoeld is om in de klas te besteden, daadwerkelijk landt in de klas en niet wordt gebruikt voor de ongewenste groei van algemene reserves.

07-04-2014 | 16:24 | Pierre Diederen | Reageren | Reageren met quote