‘Basisschooladvies is nu te deterministisch’
6 maart 2017 | OMO nieuwsbrief | 1 reactie(s)
Overige berichten | Vereniging | Onderwijs | Leerlingen
Column door bestuursvoorzitter Eugène Bernard
‘Middelbare scholen moeten alle leerlingen aan het einde van het
tweede jaar een advies gaan geven over het examenniveau. Daardoor vermindert de stress rond het basisschooladvies, en krijgen kinderen van laagopgeleide ouders meer kansen.’ Dit advies komt van de VO-raad en heeft eind januari jl. veel aandacht gehad in de media.
Mijns inziens is in deze publiciteit rondom de oproep van de VO-raad de focus, ten onrechte, op een nieuw schooladvies na 2 jaar komen te liggen. Dat kan inderdaad helpen, maar het is slechts een instrumentele oplossing. Kinderen kennen op die jonge leeftijd verschillende snelheden. Waar het feitelijk om gaat is dat het advies van de basisschool, veel meer dan nu het geval is, beschouwd zou moeten als een startpunt voor je middelbare schoolloopbaan. Daarmee verminder je niet alleen de (toenemende) druk op de leraren van groep 8; door het advies als een startpunt te beschouwen zorg je er bovendien voor dat je gezette tijden opnieuw gaat kijken naar waar de leerling dan staat. Het gebeurt al, maar de samenleving vat het veelal anders op.
De directe aanleiding voor dit thema waren de publicaties over kansenongeliijkheid. Zowel de Inspectie van het Onderwijs als het rapport van de Organisatie voor economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) concludeerden in 2016 dat de kansenongelijkheid in het onderwijs toeneemt. Kinderen van hoogopgeleide ouders hebben meer kansen om het beste uit zichzelf te halen dan kinderen van laagopgeleide ouders. ‘Eens de mavo, altijd de mavo’: het basisschooladvies lijkt nu een deterministische werking te hebben. Maar met hetzelfde basisschooladvies volgen kinderen vervolgens toch een ander pad, waarbij kinderen van hoogopgeleide ouders vaker een stapje hoger eindexamen doen. De kansen zijn dus niet gelijk. Er is duidelijk iets aan de hand in het onderwijs.
Reden te meer om ons allen te committeren aan kansengelijkheid voor alle leerlingen op onze scholen. In Koers 2023 van vereniging OMO maken we onze ambitie expliciet: ‘Kansen voor de toekomst, dat wil je als ouder/verzorger voor je kind. Elk team van iedere school zet zich in om de vorming van je kind te ondersteunen. Samen dagen we je kind uit om zijn talenten en ambities te ontwikkelen. Wij benutten daarbij zijn natuurlijke nieuwsgierigheid, creativiteit en verbeeldingskracht.’ Ik daag alle OMO-collega’s uit om, nog meer dan nu al gebeurt, continu alert te zijn op de mogelijkheden van elke individuele leerling. En daartoe telkens opnieuw naar een kind te kijken: waar staat hij of zij nu? Wat kan dit kind echt?