Onderwijsraad positief over confessionele scholen
14 januari 2020 | Bill Banning | 0 reactie(s)
Artikelen uit de scholen | Scholen
Katholieke en protestantse scholen bevorderen maatschappelijke samenhang
Onderwijsraad oordeelt positief over bijzonder confessioneel onderwijs
Al ruim 100 jaar zorgt artikel 23 van de Grondwet ervoor dat we in Nederland vrijheid van onderwijs hebben, waarbij ouders de mogelijkheid hebben om – naast de openbare scholen van de overheid – bijzondere scholen op te richten. Deze bijzondere scholen vallen te verdelen enerzijds in scholen van godsdienstige aard (confessioneel); hierbij valt te denken aan katholieke, protestantse, joodse en islamitische scholen. Anderzijds zijn er bijzondere scholen die gebaseerd zijn op een didactische visie, zoals Jenaplan- en Daltonscholen en Montessori-onderwijs. Uiteraard dienen zowel openbare als bijzondere scholen zich te houden aan de landelijke deugdelijkheidseisen en examennormen (de Onderwijsinspectie ziet hier op toe). Tegelijkertijd worden beide soorten onderwijs door de overheid gefinancierd. Een uniek onderwijssysteem dat in de wereld zijn gelijke niet kent.
Katholieke en protestantse scholen afschaffen?
De afgelopen tientallen jaren hebben veel auteurs geopperd dat het beter zou zijn om het bijzonder confessioneel onderwijs af te schaffen. Met als redenering: het zou de segregatie, dat wil zeggen, de scheiding tussen bevolkingsgroepen bevorderen. Zo zouden leerlingen op bijvoorbeeld katholieke scholen niet om leren gaan met niet-katholieke kinderen. Zoiets zou natuurlijk een kwalijke zaak zijn, want het onderwijs dient de kinderen / jongeren voor te bereiden op het leven en werken in de SAMEN-leving en dat moet al zo vroeg mogelijk in de praktijk geleerd worden. De vraag is echter of die visie klopt. Dragen scholen op godsdienstige grondslag bij aan segregatie?
Onderwijsraad spreekt zich uit
De Onderwijsraad is het belangrijkste adviesorgaan voor de regering inzake onderwijsbeleid (en bestaat ook al ruim 100 jaar). Recentelijk heeft de Onderwijsraad een uitspraak gedaan over de kwestie in hoeverre basis- en middelbare scholen bijdragen aan segregatie dan wel maatschappelijke samenhang. Hier een korte samenvatting van de onderzoeksgegevens.
Confessionele – katholiek en protestants – dragen beduidend minder bij aan segregatie dan de gemiddelde basisschool in Nederland. Sterker nog, ze dragen vaak minder bij aan segregatie dan openbare scholen. Anders gezegd, confessioneel onderwijs draagt gemiddeld méér bij aan sociale samenhang dan openbaar onderwijs (voor openbare scholen is dit overigens per gemeente heel sterk verschillend).
Algemeen bijzondere scholen (montessori, dalton, jenaplan) en vrije scholen (antroposofisch) dragen relatief veel bij aan segregatie naar opleiding en inkomen van ouders (op deze scholen zitten vaak kinderen van hoogopgeleide en rijkere ouders).
Scholen van ‘kleine religieuze stromingen’, zoals islamitische, hindoestaanse, evangelische of joodse scholen, dragen ook relatief veel bij aan segregatie (het gaat hier slechts om een kleine groep: enkele tientallen scholen). Opvallende uitkomst is dat de scholen van een kleine christelijke richting daarentegen (bijvoorbeeld het strenge reformatorisch onderwijs) het qua segregatie niet beter of slechter doen dan andere scholen.
Confessioneel onderwijs bevordert sociale samenhang
Uit de wetenschappelijke onderzoeksgegevens van de Onderwijsraad komt dus klip en klaar naar voren dat katholieke en protestants-christelijke scholen niet te hoeven worden afgeschaft. Integendeel, ze dragen – in verhouding – juist extra bij aan sociale samenhang, ook in de grote steden waar deze samenhang het meest op het spel staat.
Katholiek onderwijs bewijst zijn waarde
Het katholiek onderwijs, zoals zich dat in Nederland en ook binnen OMO voortdurend realiseert, vormt blijkbaar een krachtig concept om brede groepen leerlingen een pedagogisch thuis te bieden. Juist het low profile karakter van het Nederlandse katholieke onderwijs is haar kracht. Katholiek wil immers zeggen: open voor alles. Vanuit een positieve grondhouding heeft het katholiek onderwijs uiteenlopende visies en belevingen geïntegreerd, zodat hier sprake is van wat prof. Dr. Hubert Hermans the Dialogical Self noemt. Kort samengevat komt deze visie hier op neer dat je als mens en als organisatie niet alleen met andersdenkenden communiceert, maar dat je die andere opvattingen en waardensystemen ook toe laat in je eigen denken en voelen. Op deze wijze ontwikkelt zich een innerlijke identiteit die niet statisch, maar juist zeer dynamisch is. In het eigen innerlijk spelen zich dan dezelfde processen af als in de samenleving volgens het klassieke motto: zo binnen, zo buiten en vice versa.
Geen apart vak burgerschapsvorming nodig?
Deze visie op mens-zijn en op onderwijs draagt bij aan de ontwikkeling van integrerend vermogen en draagt daarmee bij aan het voorbereiden op de multiculturele samenleving. Iedere docent is geroepen daar persoonlijk en professioneel aan bij te dragen in voortdurende interactie met collega’s, leerlingen, ouders en samenleving. Wellicht dient deze insteek de burgerschapsvorming meer dan burgerschapsvorming in een apart vak onderbrengen, waarbij de rest van de school deze taak van zich af kan schuiven.
Dr. Bill Banning – onderwijspedagoog en theoloog (werkzaam bij OMO en SCALA-LIB)