Rubriek: collega met passie

In deze rubriek komen collega’s aan het woord over hun passie voor het vak. Met antwoord op vragen als: waarom doe je dit? Waar ben je het meest trots op? Wat vind je lastig, en waar leer je van? Deze keer Thomas Hagelaars, docent Frans op het Jeroen Bosch College in ‘s-Hertogenbosch. “Ik maak regelmatig zelf YouTube-filmpjes waarin ik de stof op een laagdrempelige manier uitleg.”

Naam: Thomas Hagelaars
School: Jeroen Bosch College, ‘s-Hertogenbosch
Vak: Frans 
Functie: docent havo/vwo

 ‘Activerende didactiek: betrek leerlingen actief bij de les’

Hoe ben je het vak Frans ingerold?
“Mijn moeder is Française, dus die taal ken ik al van jongs af aan goed. Toch kwam ik er pas op latere leeftijd achter dat ik daar iets mee wilde doen. Lange tijd worstelde ik enigszins met mijn beroepskeuze, zeker nadat ik werd afgewezen bij mijn eerste keuze: het Grafisch Lyceum in Boxtel. Toch was ik altijd al goed in talen, en toen ik tijdens de open dag van Fontys een enorm inspirerende docent tegenkwam, viel opeens het kwartje: misschien is het onderwijs iets voor mij! Zo kwam ik terecht op de lerarenopleiding Frans. Vooral vanaf het derde leerjaar – toen ik drie maanden stage liep in Bordeaux – groeide mijn enthousiasme voor het vak. En tijdens de LIO-stage in het laatste jaar ontdekte ik definitief hoe leuk het is om met jongeren te werken.”

Wat spreekt je er zo in aan? 
“Het is geweldig om iemand onder je ogen te zien groeien. Inmiddels sta ik zo’n tien jaar voor de klas, waarvan de laatste vijf jaar op het Jeroen Bosch College. Op deze school heb ik sommige leerlingen elk jaar in mijn klas gehad. Het is te gek om een leerling vanaf de brugklas onder je hoede te hebben en haar vervolgens met een 7 voor Frans te zien slagen.”

Wat zijn volgens jou de ingrediënten van een goede les? 
“Ik vind humor heel belangrijk. En vooral ook nieuwe dingen uitproberen, zo houd je leerlingen goed bij de les – ook in het 7e of 8e lesuur. Een voorbeeld? Ik werk graag met nieuwe technologieën en social media. Zo maak ik regelmatig zelf filmpjes, die ik vervolgens op YouTube zet. Daarin leg ik dan op een laagdrempelige manier de lesstof uit, soms zelfs gevolgd door een animatiefilmpje dat ik zelf met Lego in elkaar zet. Leerlingen vinden het leuk om zoiets op hun smartphone te kunnen bekijken. En het scheelt mij weer kostbare tijd die ik normaal gesproken kwijt ben aan instructie. Ook bekijken we regelmatig Franse filmpjes, waarbij kinderen vragen stellen en in het filmpje antwoord krijgen. En verder zoek ik altijd naar speelse werkvormen. Zo laat ik leerlingen soms Franse woordjes leren in combinatie met gebaren. Activerende didactiek, noem ik dat zelf. Het houdt leerlingen bij de les én ze onthouden de stof beter.”

Hoe houd je het werk voor jezelf spannend? 
“In de eerste plaats dus door leuke nieuwe lesvormen te bedenken. En verder doe ik veel dingen naast het lesgeven, zoals het organiseren van een reis naar Parijs. Ook ben ik sinds een halfjaar, samen met twee collega’s van andere OMO-scholen, bezig met het opzetten van een kennisnetwerk voor moderne vreemde talen en Nederlands. Binnen dat netwerk wisselen we kennis en praktische informatie uit. Hoe maak je een vakwerkplan? Hoe draai je een goede luistertoets in elkaar? Hoe organiseer je zo’n schoolreis naar het buitenland nou eigenlijk? Dit soort zaken bespreken we in netwerkverband. Onlangs volgden we een presentatie van twee docenten van de Open Universiteit, die ons vertelden hoe we dit netwerk-leren optimaal kunnen inrichten. En ook rector Marjo van IJzendoorn van het Rodenborch College in Rosmalen staat ons met raad en daad terzijde. Uiteraard willen we ons netwerk de komende tijd verder uitbreiden met andere OMO-docenten. Dus heb je interesse? Laat het ons dan vooral weten! En wie weet kunnen we iets van elkaar opsteken.”

Tot slot: waar sta je over vijf à tien jaar? 
“Poeh, goede vraag! Uiteraard wil ik me als docent verder blijven ontwikkelen. Verder lijkt het me leuk om tegen die tijd uit te vinden hoe het is om afdelingsleider te zijn. En hoorcolleges geven in het hbo of aan de universiteit, dat lijkt me óók erg gaaf. Nee, uitgeleerd ben ik voorlopig zeker nog niet.”