Regeerakkoord: ‘Vertrouwen in de toekomst’
13 oktober 2017 | Overige berichten | 0 reactie(s)
Vereniging | Koers 2023
Column door bestuursvoorzitter Eugène Bernard
Eerste reactie op het regeerakkoord Rutte III
Op 10 oktober 2017 heeft Rutte III het regeerakkoord 2017 – 2021 ‘Vertrouwen in de toekomst’ gepresenteerd. Onder andere de VO-raad heeft de meest relevante (nieuwe) maatregelen voor het voortgezet onderwijs daaruit gedestilleerd. Hieronder vat ik deze voor het overzicht nog even samen. Maar vooraf wil ik graag hier mijn eerste reactie op het akkoord ventileren.
Innovatie heeft een prijskaartje
Er zijn heel veel mooie zaken gaande in het onderwijs. Persoonsvorming, socialisatie, gedegen kennis/vakmanschapsontwikkeling, maatwerk, digitalisering, passend onderwijs zijn daarvan enkele voorbeelden. Het regeerakkoord bevat geen bevestiging daarvan, noch stimuleringsmaatregelen. Het regeerakkoord bevat evenmin belemmeringen om op de ingeslagen weg door te gaan. Dus het zal ons allen in de vereniging niet tegenhouden met volle vaart uitvoering te geven aan onze voornemens. Het mag echter niet zo zijn dat alle voorgestelde initiatieven in toenemende werkdruk worden vertaald.
Ik zal, en ik hoop velen met mij, duidelijke signalen afgeven aan het nieuwe kabinet over het gemis aan (financiële) bevestiging en ik zal daarbij nadrukkelijk aandacht vragen voor de ontwikkelingen die nog te gaan zijn. Innovatie heeft nu eenmaal een prijskaartje.
Zaken die mij zijn opgevallen
- Met uitzondering van het techniekonderwijs op het vmbo wordt er niet geïnvesteerd in het voortgezet onderwijs; en op termijn wordt er zelfs (mogelijk) bezuinigd.
- Er wordt veel geïnvesteerd in het primair onderwijs in arbeidsvoorwaarden en werkdruk. Maar er worden geen investeringen in werkdruk of arbeidsvoorwaarden gedaan in het voortgezet onderwijs.
- Veel maatregelen die al in de pijplijn zaten, worden gepresenteerd als ‘nieuw’, bijvoorbeeld op terrein van brede brugklassen.
- Voortzetten bestuursakkoorden.
- Er is geen aandacht voor belang van en investeringen in ICT en digitalisering in het onderwijs
De meest relevante (nieuwe) maatregelen
(bron artikel VO-raad)
- Toetsen: De wettelijke basis voor de diagnostische tussentijdse toets (dtt) wordt geschrapt. Huidige rekentoets vervalt, er komt een alternatief. In de tussentijd telt de toets niet mee in het voortgezet onderwijs.
- Curriculum: De curriculumherziening wordt doorgezet en wordt in 2019 wettelijk verankerd.
- Maatwerk: Er komen experimenten om meerdere vakken op een hoger niveau af te ronden en daarmee toegang te krijgen tot specifieke vervolgopleidingen. Ook start het kabinet een onderzoek naar de voor- en nadelen van een brede invoering van diploma’s met vakken op verschillende niveaus, in combinatie met invoering van een brede selectie aan de poort bij vervolgopleidingen.
- Passend onderwijs: Er komt onafhankelijk toezicht op de samenwerkingsverbanden. Alle samenwerkingsverbanden moeten een wettelijk verplichte doorzettingsmacht beleggen.
- Overgang po-vo: In overleg met het onderwijsveld wordt gekeken of de eindtoets weer eerder in het schooljaar wordt afgenomen en/of het advies van het po later wordt gegeven. Doel is in ieder geval beide (weer) te combineren. Er komt meer experimentele ruimte voor initiatieven voor de 10–14-scholen.
- Verantwoording: Bekeken wordt of de definitie van een doelmatige besteding van onderwijsmiddelen scherper kan worden geformuleerd. ‘Dit zou de werking van de lumpsum kunnen verbeteren’.
- Krimp: De fusietoets wordt in het vo bij krimpproblematiek geschrapt. De fusie-effectrapportage en de inspraak van de medezeggenschap blijven behouden.
- Beroepsonderwijs: Er wordt 100 miljoen structureel geïnvesteerd voor een dekkend aanbod en versterking van de kwaliteit van het techniekonderwijs op het vmbo. Ook wordt het mogelijk niveau 1 en 2 binnen het vmbo af te ronden. Praktijkonderwijs wordt een zelfstandige schoolsoort.
Relevante cijfers uit de rijksbegroting 2018
- Het kabinet Rutte II liet een tekort achter op de totale onderwijsbegroting, met het volgende verloop: -244 miljoen (in 2018), -415 miljoen (in 2019), -410 miljoen (in 2020), -338 miljoen (in 2021) en -183 miljoen structureel.
- Specifiek in de prestatiebox VO wordt 36 miljoen (in 2018) geïnvesteerd en structureel 40 miljoen euro.
Met dit regeerakkoord komen daar de volgende relevante ontwikkelingen bij
- Om het tekort van -183 miljoen structureel te compenseren wordt een doelmatigheidskorting aangekondigd voor het totale onderwijs van eveneens 183 miljoen vanaf 2021. De opbouw ervan is echter anders dan bij het tekort onder (1) en ziet er als volgt uit: -20 miljoen (in 2018), -92 miljoen (in 2019), -137 miljoen (in 2020) en -183 miljoen vanaf 2021. Naar rato zou dit voor het voortgezet onderwijs een korting betekenen van ongeveer -45 miljoen vanaf 2021.
- Er wordt geïnvesteerd in het techniekonderwijs op het vmbo. Het gaat om 50 miljoen (in 2018) en vanaf 2019 100 miljoen structureel.
- Er wordt ook geïnvesteerd in onderwijsachterstandenbeleid en hoogbegaafde leerlingen. Het gaat om 15 miljoen in 2018 en 30 miljoen vanaf 2019. Het is mogelijk dat een deel hiervan ook voor het voortgezet onderwijs beschikbaar komt. Onduidelijk is om welk bedrag dit gaat.