Rubriek collega met passie: "Samen in morele dilemma's duiken, maakt veel los"
3 november 2020 | Overige berichten | 2 reactie(s)
Medewerkers
In deze rubriek komen collega’s aan het woord over hun passie voor het vak. Met antwoord op vragen als: waarom doe je dit? Waar ben je het meest trots op? Wat vind je lastig, en waar leer je van? Deze keer John Stuijk, docent Zorg en Welzijn op het Fioretti College in Veghel. John is lid van de OMO-werkgroep Burgerschapsestafette. “Wij laten zien hoe je in elk vak met leerlingen kunt praten over morele dilemma’s. Deze aanpak willen we als een olievlek verspreiden over heel onderwijsland.”
Naam: John Stuijk
Organisatie: Fioretti College in Veghel
Functie: docent Zorg en Welzijn
Pasgeleden was de kick-off van de Burgerschapsestafette. Hoe was dat?
“Een mooi moment natuurlijk. Het hele idee van de Burgerschapsestafette is de afgelopen tijd stevig op poten gezet. Als werkgroep hebben we van een goed idee een concrete aanpak gemaakt waarmee elke school en elke docent aan de slag kan. Dat betekent bijvoorbeeld dat we een hele database hebben opgezet met concrete lesvoorbeelden. Voor elk schooltype, elk vak en elke docent. Het project staat nu echt stevig overeind. Daar zijn we trots op. Om het verder uit te rollen hebben we binnen de OMO-scholen een heel netwerk aan burgerschapsambassadeurs opgebouwd. Voor hen hadden we het webinar georganiseerd. En ook voor directies van scholen en teamleiders. Je zou kunnen zeggen dat we als werkgroep ons kindje nu loslaten in de wijde wereld. Niet alleen de OMO-scholen kunnen er veel plezier aan beleven, wat ons betreft heel onderwijsland. Het zou bijvoorbeeld heel goed zijn als docenten al tijdens hun opleiding kennis maken met de Burgerschapsestafette.”
Vertel nog even kort, wat is de kern van de Burgerschapsestafette?
“Het is een hele mooie, vrije manier om burgerschap aan de orde te stellen tijdens lesuren. Of je nou wiskunde geeft of gymnastiek; je kunt er iets mee. Je kunt er hele lesuren mee aan de slag of pak weg tien minuten. De kern is dat je als docent op basis van de actualiteit, de lesstof en ook op basis van je eigen interesses, inhaakt op morele dilemma’s die zich voor doen in ons dagelijks leven. Neem Sinterklaas, 5 december komt er weer aan. Wat vinden leerlingen van de Zwarte Pieten-discussie? Als je het leerlingen vraagt, vliegen de vooroordelen je om de oren. Ze praten hun ouders na, of ze volgen de mening van de groep. De Burgerschapsestafette laat leerlingen voelen hoe het is voor mensen die er een andere mening over hebben. Je inleven in de ander, daar gaat het om. Hoe je dat gedaan krijgt? Dat kan eigenlijk heel eenvoudig. Allerlei voorbeelden daarvoor hebben we als werkgroep bij elkaar gebracht en opgeschreven.”
Noem eens een voorbeeld
“Pasgeleden ging het in de media over de vergoeding voor ons koningshuis. Zo’n miljoenenbedrag klinkt natuurlijk als heel veel. Dan hoor je leerlingen al snel zeggen: ‘Belachelijk zoveel geld. Weg met de koning!’ Ze zijn dan vóór een president. Dat is mooie gelegenheid om daar eens in te duiken. Dat kun je vanuit allerlei invalshoeken doen. Natuurlijk heb je de economische invalshoek, maar je kunt leerlingen bij ckv bijvoorbeeld een collage laten maken van koningshuizen, en ondertussen kun je er een gesprek over beginnen. Maar de kern is dat ze zich verdiepen in de argumenten van de ander. Je kunt de groep in tweeën splitsen en een dialoog starten met stellingen. De ene groep gaat op zoek naar argumenten waarom het goed is als een land een koning heeft. De ander doet dat voor een president. Dan moeten ze bijvoorbeeld ook uitzoeken hoeveel het kost. En dan komen ze erachter dat er ook een flink bedrag nodig is voor de hele huishouding rondom een president. Zo leer je ze om zich te verdiepen in de ander. Daar hebben ze hun hele leven wat aan.”
Deze coronatijd biedt ook mooie aanknopingspunten
“Absoluut. Allerlei normen en waarden komen erbij om de hoek kijken. Ze roepen van alles. Met de Burgerschapsestafette kun je daar mooi mee aan slag. Je kunt ze zelf laten inzien wat corona voor andere mensen betekent. Niet door het voor te zeggen; maar door ze het zelf te laten ontdekken. Niemand krijgt gelijk of ‘wint’ maar het verbreedt wel hun horizon. Ze leren meerdere kanten te bekijken. Dat is wat je wilt. En ik merk bij mij in de klas dat het ook werkt. Ze herkennen de aanpak: verschillende standpunten innemen en je vrij voelen om hiervoor argumenten te bedenken. Ze krijgen daar oog voor.”
Je bent van oorsprong docent huishoudkunde, hoe kom jij op dit pad terecht?
“Ik vind lesgeven leuk, maar ook het bedenken van methodes en programma’s. Ik ben heel leergierig, nieuwe dingen ontdekken. Ik ben altijd bezig met leren. Ook voor mezelf. Ik ben nu bijvoorbeeld Spaans aan het leren. Zo kwam ook de Burgerschapsestafette op m’n pad. In de werkgroep zochten ze iemand die het praktijkonderwijs kon vertegenwoordigen. Ik heb meteen ja gezegd. Het hele idee achter de Burgerschapsestafette spreekt me aan. Het past ook goed bij me. Je hebt docenten die moeite hebben om los te komen van de lesstof; ik zelf vind het juist leuk om daar een draai aan te geven en haakjes te zoeken om morele dilemma’s aan de orde te stellen.”
“Ik geniet ervan om te zien hoe leerlingen zich ontwikkelen. Neem Welzijn en Zorg, mijn vakgebied. Leerlingen die de zorgkant op willen, willen allemaal één ding: met jonge kinderen aan de slag en niet met oude mensen. Dat beeld zit er heel sterk in. Totdat je ze laat ervaren hoe het is om met oude mensen te werken. Bijvoorbeeld tijdens een stage. Opeens zijn ze wel enthousiast. En zo is dat natuurlijk met veel zaken. Ze zijn jong, vinden van alles, maar dat is ook zo te doorbreken. Die zoektocht stimuleren vind ik leuk.”