09 mei 2023 Terug naar overzicht

Geert Aben: “Ik vertel de leerlingen: Het is niet moeilijk, je weet het alleen nog niet.”

In deze collega met passie aan het woord, Geert Aben van IVO Deurne. Hij vertelt gepassioneerd over zijn bijzondere en succesvolle project met de E-kart, wat zijn drijfveren zijn.

Bekijk hier het E-kartteam in actie!

Wat drijft je en waarom heb je ooit voor het onderwijs gekozen?

Voorheen dacht ik wel eens van, onderwijs gaaf! Tegelijk dacht ik ook weer, dat is voor mij zo ver weg. Toch is onderwijs daarna op mijn pad gekomen. Ik werkte bij Tass international (automotive industry) en was toe aan een nieuwe uitdaging. Iemand die daar werkte, kende weer iemand van hier en heeft ons aan elkaar voorgesteld. Zo ben ik hier op IVO Deurne op mijn vrije dagen, vrijwilligerswerk gaan doen en kon ik onderzoeken of het onderwijs echt bij mij paste. Dat klikte meteen, dus het jaar daarop ben ik op het Hub van Doornecollege begonnen als instructeur.

De school investeert echt in de toekomst, en daar pluk ik ook de vruchten van; er is volop ruimte voor nieuwe ideeën en mogelijkheden.

Heb je vroeger een docent gehad die je inspireerde of heb je iets van hem/haar meegenomen dat je nu in je werk gebruikt?

Dat zijn toch vooral de verhalen en de manier waarop ze tegen mij verteld zijn. Daar leerde ik het meeste van. Overal, maakt niet uit waar ik was. Deze verhalen kun je ook weer verder vertellen en blijven vaak heel lang hangen. 

Je ziet het ook in de racewereld: iedereen zit met elkaar te praten over hun eigen ervaringen. Als iemand met een probleem zit wordt hij daarmee geholpen. Dat doe ik ook in de lessen: het probleem vertellen, uitleggen hoe het zit, hoe werkt het, hoe gebeurt het, waarom gebeurt het? Als je daar een goed verhaal van maakt en je vertelt het met passie, dan heb je 22 jongens gewoon stil. 

Het is in de lessen vooral de manier waarop je het brengt. Als je het voorleest vanuit een boek dan is er niks aan. Maar als je zegt: "We hebben een Dakar auto en je moet er een koelstysteem inbouwen, wat hebben we dan allemaal nodig? Wat gebeurt er als we dit doen?" Dat vind ik het mooiste. Leerlingen luisteren dan naar je en krijgen respect voor je en voor wat je doet. Ze komen ook naar je toe met automotive-vragen, waar ze bijvoorbeeld thuis tegenaan lopen. Ze luisteren vol passie naar wat je te vertellen hebt en komen dan twee dagen later vertellen dat het gelukt is.

Kun je hiervan een voorbeeld geven?

Jazeker, een leerling kwam ermee dat hij een scootertje had, en die scooter ging niet zo snel. Hij had geen geld om een snellere zuiger te kopen. Hij vroeg om raad, toen heb ik hem uitgelegd hoe hij meer druk op de zuiger kon krijgen en hoe hij kon uitrekenen hoeveel kleiner hij de compressie moest maken. Er zit een wiskundige berekening achter war de hele klas dan aan meedoet. Ik laat ze de compressie-verhouding uitrekenen en vertel ze waar ze op moeten letten. Iedereen zit vol aandacht mee te luisteren want veel andere leerlingen hebben natuurlijk ook een scootertje. Zo wordt de praktijk geïntegreerd in de lessen. Het is de jongen overigens gelukt om zijn scooter sneller te krijgen. 

Hoe ziet jouw werkdag er uit?

Normaal gezien was ik altijd rond tien over acht op het werk, maar door het nieuwe kart-project móet ik van de leerlingen die hier aan meewerken om kwart voor acht aanwezig zijn. Dan kunnen ze nog even sleutelen voor de andere lessen beginnen. Op maandag ben ik volledig bezig met Sterk Techniekonderwijs (STO) waar heel veel mooie projecten van lopen en waar ik echt achter sta. Op dinsdag geef ik les aan het derde en vierde jaar. Op woensdag geef ik les aan de derdejaars en ben ik er voor het kart-team in de ochtend. Op donderdag geef ik de LOB-les voor leerjaar 2 en de rest van de dag weer STO.

En de keuze om een kart te bouwen, waar komt die vandaan?

Ik kom uit de autosportwereld. Op mijn twaalfde ben ik gaan autoracen. Dit heb ik gedaan tot twee jaar voor Corona, toen ben ik gestopt. Toen kreeg ik van, mijn huidige teamleider, Marc Coopmans op school de kans om met STO aan de slag te gaan. 

Rondom de Corona-tijd is het E-kart-project gaan leven. We hadden toen ineens heel veel tijd om een kart te bouwen omdat de praktijklessen mochten doorgaan. Leerlingen zagen hoe gaaf het is en natuurlijk heeft het racen ook extra aandacht vanwege de hype rondom Max Verstappen. Ook daardoor wilden veel leerlingen meedoen. 

In het begin stonden we met de E-Kart in het transportlokaal/magazijn. Op een gegeven moment konden we een lokaal maken. Het kwam VDL ter ore dat we hiermee bezig waren en zij kwamen kijken op een trainingsdag. Heel mooi om te zien hoe dat gaat. Van tien tot twee hebben de leerlingen met de mensen van VDL gesproken en hadden ze nog geen kart gereden, zo interessant vonden ze het. Daar leren ze zoveel van. Vervolgens is niet alleen VDL, maar ook het Belgische bedrijf DM-racing naar school gekomen. Zij hebben enorm veel uren samen met de leerlingen gebouwd aan de eerste kart. Op vrijdagen, mijn vrije dag, begonnen we ’s morgens van 8 uur tot we echt aan het einde van de dag de school werden uitgeveegd. De jongens vinden het dan haast jammer dat het weekend begint. Nu gaan we in het weekend racen dus ook dan zijn de leerlingen ermee bezig.

Hoe krijg je dat geregeld in het weekend?

Dan gaan we met de bus. Dat regelt autoverhuur van der Putten perfect. Vrijdag gaan we de bus halen en laden. Zaterdagochtend vertrekken we hier vanuit school naar België. Dan racen we en gaan we terug of als de temperatuur goed is, blijven we en overnachten in een tentje en gaan op zondag terug. De leerlingen kijken daar naar uit.

Gaat er ook weleens iets mis?

Jawel, er is ook weleens een kart in de muur gereden. Dat is natuurlijk schrikken. De leerling is dan even helemaal van slag, maar toch gaan ze dan hard aan het werk met elkaar, tot ’s avonds laat, echt als team. De eerste die dan weer in de kart mag rijden is de leerling die het ongeluk heeft gemaakt. Ook daar leren ze enorm veel van. Dan wordt er gevraagd: "Meneer; zal ik het maar rustig aan doen?" Maar dan zeg ik: "Nee hoor, gewoon gáán, racen!"

Wat willen de leerlingen uiteindelijk later gaan doen?

Vooropgesteld, ik vind het heel mooi om de passie bij de leerlingen te zien. Niet iedere leerling wil verder in de kart-wereld. Heel wat willen er in het bedrijfsleven terecht komen. Er zijn er bij die automonteur willen worden of bijvoorbeeld perse bij Mercedes willen gaan werken. Die stellen ook echt vragen als: "We zijn nu bezig met een Volkswagen maar hoe zit dat dan bij een Mercedes of een ander merk?" Er zijn ook leerlingen die vrachtwagenchauffeur willen worden.

Is er iets dat je wilt meegeven aan docenten die nog in de opleiding zijn?

Nou, ik vind dat ik zelf nog echt aan het leren ben. Het belangrijkste is toch wel het omgaan met tieners. Dat je echt op de relatie zit, maar ook dat je je grens aangeeft. Zodat ze respect voor je hebben en houden. Ik denk overigens dat dat gemakkelijker is in een praktijkvak dan in een theorievak.

In 2022 heb je de OMO praktijkwerkstuk prijs gewonnen met een groep leerlingen. Hoe ben je erbij gekomen je daarvoor aan te melden?

Via een collega van een andere praktijkschool hoorde ik van het bestaan van deze prijs. Zij zijn hier komen kijken en vertelden over de praktijkwerkstukprijs. We hebben toen dit project aangemeld en werden uitgenodigd met de boodschap dat we waren genomineerd. Met alle leerlingen die hadden meegewerkt zijn we toen naar de prijsuitreiking gegaan. Echt supergaaf vonden ze dat. Ze konden er niet van slapen, omdat we van tevoren ook nog een wedstijd reden en we al vroeg op pad waren. We wonnen de eerste prijs. Mooi om dit je leerlingen te gunnen.

En tot slot; wat is je grootste uitdaging voor dit jaar?

Ik krijg hier op school echt de kans en de tijd om aan STO te werken. Door de STO-uren heb ik de vrijheid dit goed te doen en is er veel mogelijk voor de leerlingen. Ik kan hen goed begeleiden en hen laten zien: het is niet moeilijk, je weet het alleen nog niet. Mijn grootste doel is dat de E-Kart een officieel keuzevak wordt en dat wij een leerlijn kunnen creëren die doorloopt tot aan MBO-niveau vier. Dat de leerlingen straks denken: mijn schooltijd was gaaf en dat begon ooit op het Hub van Doornecollege. 

Toch nog maar even voor het beeld de prijzen die Geert met zijn E-kart-team in de wacht heeft gesleept:

OMO-praktijkwerkstukprijs 2022

Business Award 2022 (First Electro league)

Regularity Champion 2022 (First Electro League)  

Het E-kart-team wordt mede mogelijk gemaakt door de sponsoren: DAF, VDL, DM-Racing, Autoverhuur van der putten, Spreeuwenberg automotive, Raceway Venray, ASG Workwear, Scuderia 24/7 Matrho, Janssen staal Asten, MS kart, BGR Racing Graphics, Duo style belettering, Garage van der Putten, Hoppenbrouwers.