17 juni 2025 Terug naar overzicht

Marjolein van Zeelandt: “Geen trucjes en foefjes, maar echt leren rekenen.”

In deze rubriek komen collega’s aan het woord over hun passie voor het vak. Met antwoord op vragen als: waarom doe je dit? Waar ben je het meest trots op? Wat vind je lastig, en waar leer je van?

Deze keer Marjolein van Zeelandt, wiskunde docent aan het Alfrinkcollege in Deurne. Ze was één van de drie kanshebbers voor ‘Leraar van het Jaar 2024’. “Alles wat met rekenen te maken heeft, doen we bij alle vakken op één manier. We geloven in een klassieke ‘evidence based’ rekenmethode. Er is niks mis met rijtjes stampen.”

Na eerst een jaar pabo ben je overgestapt naar de lerarenopleiding om wiskunde te gaan studeren. Waarom die snelle overstap?
“Dat ik voor de klas wilde staan, wist ik al langer. Op de pabo en tijdens de stage merkte ik dat ik vooral de rekenlessen leuk vond. Wat ik aan rekenen en wiskunde leuk vind is dat het zo puur feitelijk is. Het gaat niet om jouw mening; het is logica. Het is zoals het is.”

Jij bent voorstander van een eenduidige rekendidactiek voor alle vakken. Leg eens uit.
“Rekenen komt bij veel vakken om de hoek kijken. Denk aan procenten, vergelijkingen, grafieken, schaalrekenen; het is best gek als je dat per vak verschillend invult. We hebben dat bij ons op school onderzocht en afgesproken dat we rekenwerk op één manier uitleggen. Per rekenthema hebben we rekenkaarten gemaakt. Dan is voor alle docenten, ook voor nieuwkomers, duidelijk hoe we het bij ons op school doen. Eén didactiek voor al het rekenwerk. Ook voor leerlingen is dat verhelderend.”

Eén basis voor al het rekenwerk
“Het begint al in de eerste drie maanden van de eersteklassers. In de wiskundeles leggen we dan het fundament. We merken dat het startniveau per leerling die van de basisschool afkomt sterk verschilt. Dat willen we graag meteen gelijk trekken. Voordat we met wiskunde beginnen, focussen we de eerste drie maanden op puur rekenen. Dat doen we met de methode ‘Foutloos Rekenen’. Een vrij nieuwe methode; zeker voor het voortgezet onderwijs. Wij zijn er dit jaar mee gestart en volgens mij zijn we daarmee de eerste middelbare school in Nederland.”

Wat onderscheidt deze methode?
“Het is niet online, we werken met een boek en met een schrift. Geen invulboek, maar een ouderwets schrift. Dat doen we omdat we meer willen dan alleen de uitkomst invullen. De berekening staat centraal. Allerlei trucjes en ezelsbruggetjes laten we achterwege. Geen TikTok-handigheidjes. Foutloos Rekenen werkt met rekenrecepten. Standaardmanieren voor berekeningen die altijd werken.”

Het rekenwerk wordt niet verpakt in leuke verhaaltjes?
“Voordat we met praktijkvoorbeelden beginnen”, is het puur rijtjes stampen. Optellen, delen, vermenigvuldigen; de verhaalsommen komen echt pas later. Foutloos rekenen richt zich heel sterk op het automatiseren van het rekenbrein. We leggen een basis waar leerlingen altijd op kunnen terugvallen.”

Het klinkt als ‘terug naar vroeger’?
“Dat is het zeker. En daarom spreekt het ons ook aan. Er zijn zoveel verschillende methodes gekomen. Vooral methodes die het leuk en herkenbaar willen maken voor jongeren. Goed bedoeld, maar je zou kunnen zeggen dat het ook verwarring zaait. Het overzicht en de duidelijkheid zijn door al die verschillende benaderingen verdwenen. Ze leiden af van wat er uiteindelijk geleerd moet worden. Foutloos Rekenen wil die duidelijkheid weer terugbrengen.”

“De aandacht is gericht op de bewerkingen zelf. Dus bijvoorbeeld de volledige uitwerking van een staartdeling. Vandaar ook het gebruik van een schrift. Dat sluit ook aan bij de visie van onze school. Niet de leukheid van het onderwijs op zichzelf staat voorop. We denken andersom: leren wordt leuk door wat je leert.”

Is die benadering niet taai voor de leerling? Zoals je zei: de eerste drie maanden van wiskunde rijtjes stampen.
“Dat zou je misschien verwachten. Maar het is leuk om te zien dat leerlingen juist ook gaan genieten als ze iets begrijpen en beheersen. Ze vinden het leuk om iets te kunnen. Zelfs bij rekenen.”

Het werkt, daar gaat het om
“Precies. Het is evidence based. Voor elke docent is het goed om eens terug te gaan naar de basis en het gewoon te doen.”

Zie ook de bijlage: het artikel in het vakblad ‘De Liniaal’ waarin Marjolein van Zeelandt aan het woord komt over het rekenonderwijs.

202501 Deliniaal Marjoleinvanzeelandt